Het Archiefmoment

De tewerkgestelde Gustaaf Vanderstukken uit Tienen werd een machtig wapen in handen van de geallieerden op de luchthaven "Le Culot" - Beauvechain, tijdens de Tweede Wereldoorlog in handen van de Duits Luftwaffe. 

De inlichtingsdienst Groep ATHOS rolde in 1942 operatie " Avia " uit met als doel alle Duitse luchthavens en bewegingen zo veel mogelijk in kaart te brengen. Karel Matheus, verantwoordelijke voor de clandestiene afdeling Sector 1424, kwam in contact met Gustaaf in februari 1943 met de vraag of hij tijdens zijn arbeid op de Duitse stellingen de nodige informatie kon verzamelen. Gustaaf heeft niet getwijfeld...
Als " Chef Spritzer der Camouflagegestelle " kon hij alle FLAK luchtafweerinstallaties benaderen, onder de opdracht van de Duitse Fl. H. Kdt. Hij noteerde de kalibers, beslag van de wielen, wijze van opstelling en bemanning, hoogtemeters, projectoren en luisterposten. Ook hielp hij regelmatig bij de Bauleitung, die de bouwstructuren aan de rand van de luchthaven aan het aanpassen waren, ook hier werden de nodige inventarissen gemaakt in het grootste geheim...
In de Reparaturwerkstatte zoals de Siemenshalle kwam hij ééns per maand om als werktuigkundige het onderhoud mee uit te voeren aan de stoomaangedreven machines die dienden voor de herstellingen van vliegtuigmotoren. Nummers en onderdelen werden genoteerd en hier ontstond ook zijn eerste passieve sabotage door het achterwege laten van invetten van de kogellagers ! 
Op 22 oktober 1943 nam hij samen met drie leden van het OF deel aan een actie vlak aan het station van Jodoigne ( Geldenaken ), door het in brand steken van de gekende barakken van Dohain. 
Twee maanden later wist hij honderden liters brandstof te laten weglopen in de één van de hangaars te Meldert. Elke keer dat hij er passeerde, sloeg hij verschillende nagels door de jerrycans, maar in de bodem van die dat op de aarden grond stonden, waardoor de benzine langzaam wegsijpelde, zonder een grote geur achter te laten.

Maar Gustaaf schrijft in zijn notitieboekje in 1945 ook over een dame waarmee hij regelmatig mee in contact kwam, over hulp die werd gegeven van een heel andere orde.
Germaine Ranguet, eveneens uit Tienen - die bij hem in de Moespik op bezoek kwam.
Een actieve link tussen Tienen en Brussel, die vaak zijn informatie meenam, maar ook een dame met een ongekende inzet op het gebied van onderduikadressen voor Joodse gezinnen. 

Germaine Ranguet in 1944


" Woonachtig hier in Tienen, werd ze door Henri Swinnen gecontacteerd in februari 1941, om een actief passeur te worden tussen Tienen en Brussel voor " de lijn Pigeon ", als koerierster.
Vele tramritten ondernam ze, met mijn verdoken tekeningen op kalkpapier van sectie 1411 - de afdeling die te Beauvechain inlichtingen verzamelde, onder de codenaam TEXAS en ARKANSAS..."


Maar Germaine haar werk ging verder...
Uit een verklaringen die afgelegd werden in Gustaaf's boekje in 1945 en later door Albert Boulard uit Vorst, kwamen verschillende transfers van Joodse families via Tienen naar Jodoigne aan het licht.
Zo wisten we haar te duiden als passeur tussen het JVC en Augusta Servais, verpleegster te Jodoigne voor de Socialistische Mutualiteiten. Haar relais in Brussel was Louis Labille.
Augusta ving vele maanden 2 Joodse vluchtelingen op ( Gotlieb en David, beiden uit Antwerpen ), ze werden overgebracht in twee fasen door Germaine.

Germaine kreeg na de oorlog door de BMID Athos een erkenning voor haar medewerking aan de inlichtingsdienst.
De getuigenis van Albert Boulard kreeg een heel ander traject...
De collaborerende inmenging van Albert met het NLVC (Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie ) zorgde voor een retour van zijn getuigenissen in 1946. Het controleorgaan te Brussel in handen van Gathy had blijkbaar geen interesse in het aangeleverde stuk, want het zat afgestempeld voor controle ( maar niet voor opname ) in de teruggegeven archiefstukken in 1950, die actueel in ons archief bewaard zijn. De Dienst van de Weerstand was niet begaan met dit kleine stukje tekst, van een 8 tal zinnen... Germaine redde mee de levens van verscheidene Joodse onderduikers !
De familie Gotlieb heeft nog 1 maal een bezoek gebracht aan Mevr. Servais in 1946, die tot de bevrijding zorg voor hen droeg. Germaine was er ook uitgenodigd, maar ze was niet aanwezig. De reden kennen we niet, het had haar werk zeker in een beter daglicht gesteld...